Gedragsregels

TC Marte Meo streeft veilig en sociaal fietsen na. Alle leden dienen zich te houden aan de clubafspraken.

VEILIGHEID

Check thuis vast:

  • Helm dragen is verplicht, geen enkele uitzondering.
  • Fietsbel.
  • Fiets moet in orde zijn.
  • Draag het tenue van de vereniging voor herkenbaarheid.
  • Drinken en eten mee.
  • Identiteitsbewijs, telefoon met gegevens, NTFU pas, geld/pinpas.
  • Pomp en reservebanden met juiste ventiel lengtes.
  • Verlichting mee. Aan is verplicht tussen zonsondergang en zonsopkomst.
  • Route vanuit CYQL in je navigatiesysteem zetten

Bij het verzamelpunt:

  • Tellen met hoeveel fietsers we zijn. Maximale groepsgrootte is 14.
  • Doornemen of voor iedereen duidelijk is hoe we in de groep fietsen.

Dit is vooral voor nieuwelingen van belang. Ben je nieuw? Dan zal 1 lid worden aangewezen je uitleg te geven over hoe we precies fietsen en wat er van je verwacht wordt.

SIGNALEN:
Duidelijke communicatie voorkomt ongelukken, elkaar waarschuwen hoort altijd te gebeuren.
De voorrijders of achterste rijders beginnen met het geven van het signaal en dit wordt doorgegeven.
Signalen worden dus altijd gebruikt en moeten in de groep worden doorgegeven.

  • Stoppen:  De voorrijders geven een stopteken met de arm recht omhoog en roepen STOP! of bijvoorbeeld: LEK / HOND / etc.
  • Vrij: de voorrijders geven een oprijteken (met de arm omhoog en een voorwaartse beweging maken) en roepen: VRIJ!
  • Links afslaan: de voorrijders geven tijdig (100 meter vooraf) de richting aan met de arm (arm naar links uitsteken) en roepen: LINKS!
  • Rechts afslaan: de voorrijders geven tijdig (100 meter vooraf) de richting aan met de arm (arm naar rechts uitsteken) en roepen:RECHTS!
  • Obstakel (auto langs de kant, paaltje, gat in de weg, takken, paardenstront, roosters etc.): De voorrijders maken een lage armbeweging naar achteren aan de zijde van het obstakel en benoemen het obstakel. LET OP: GAT! / LET OP: PAALTJE / etc.
  • Tegenliggers: de voorrijders maken een lage armbeweging naar achteren aan de zijde van waar de tegenligger vandaan komt. En roepen: “ auto / bus / vrachtwagen / fietsers TEGEN”
  • Inhaler: de achterste rijders roepen: AUTO ACHTER. (of bus, trekker, etc.)
  • Zelf inhalen: De voorrijders maken een lage armbeweging naar achteren met de rechterarm en roepen: “VOETGANGER VOOR” (of fietser, auto, etc.)
    Waarschuw andere weggebruikers ook.
    De voorrijders bellen en geven aan dat er een groep komt.
    De laatste geeft aan dat hij de laatste is. Ga niet allemaal bellen/roepen.
    Passeer op gepaste snelheid
  • Pech of lek: Als het je overkomt of je ziet het van een ander roep je PECH of LEK. Doorrijden naar een veilige plek, bijvoorbeeld inrit of berm.
  • Bij twijfel over de route: Altijd langzaam doorrijden als groep, nooit abrupt naar links of rechts. (is er geen rechtdoor, kies dan de kortste bocht: dus een bocht naar rechts)
  • Nemen we een fietspad in plaats van de weg? Roep dan FIETSPAD RECHTS/LINKS

VERKEERSREGELS

  • De gehele groep houdt zich aan de verkeersregels.
  • Bij stoplicht op oranje stopt de hele groep.
  • Voor de veiligheid is op de weg fietsen soms een betere keuze voor een grote groep. Als er een goed fietspad naast de weg is zullen we daarvoor kiezen.
  • Is de maximumsnelheid binnen de bebouwde kom 30 km/h? Dan gaan we ook niet harder dan dat wat toegestaan is.
  • Blijf beleefd tegen medeweggebruikers en tegen elkaar.
  • Als wij mensen inhalen: alleen de voorste rijders bellen, meld vervolgens dat je met een grote groep bent. De laatste rijder meldt dat hij de laatste is.
  • Afval gaat in de prullenbak. 

RIJDEN IN DE GROEP

  • Bij een normaal toertempo rijden we twee aan twee en rouleren we, waarbij de rechter koppositie zich laat afzakken naar de tweede rij en de linker kopman naar rechts gaat en van achter wordt aangevuld. Met de klok mee draaien dus.
  • Bij het rouleren versnellen we niet, maar houden we een constant toer tempo aan.
  • Wil je rouleren, dus van kop af? Geef dan aan dat je door wilt draaien.  
  • Snelheid. Fiets nooit harder dan waar je je prettig bij voelt! Geef dit ook aan. Als groep kun je dan een maximumsnelheid afspreken, passend bij de verkeersregels. De voorrijders houden dit dan in acht.
  • Voorrijders fietsen naast elkaar en niet een half wiel voor de ander. Anders lok je uit tot steeds harder fietsen.
  • Het principe “samen uit samen thuis” blijft bepalend en leidend.
  • Er mogen nooit een of meerdere personen die het tempo niet kunnen volgen worden achtergelaten door de groep, zonder dat hierover uitdrukkelijk afspraken zijn gemaakt.
  • Maximaal twee fietsers naast elkaar.
  • De voorrijders houden in de gaten dat de groep na een bocht of een inhaalactie weer compleet is voordat er weer aangezet wordt.
  • Geef auto’s gelegenheid om te kunnen passeren.
  • Tijdens het fietsen de handen bij de remmen, hierdoor kun je indien nodig sneller reageren. Handen aan het stuur dus.
  • Niet rijdend, achterom kijkend een gesprek voeren.
  • Nooit abrupt van richting veranderen of remmen, maar langzaam uitrijden.
  • Rijd nooit recht achter je voorganger.
  • Rijd niet met je wiel direct naast het achterwiel van je voorganger.
  • Kom je in de berm? Nooit proberen terug te sturen, maar zachtjes afremmen en pas bij stilstand weer op de weg komen wanneer dit kan.
  • Wees alert en geconcentreerd. Vooral aan het eind van een (lange) tocht is dit nogal eens lastig.
  • Spreek elkaar aan op niet sociaal en ongewenst gedrag
  • Hou je aan de verkeersregels en communiceer met elkaar!